Buizenpiano

Buizenpiano 3

Kijk eens naar de buizen. Zie je dat ze allemaal een andere lengte hebben? Hoe langer de buis, hoe lager de toon die je hoort.

Als je de opening van de buis met je slof raakt, doe je de buis en de lucht in de buis trillen. Die trilling beweegt zich dan door de lucht, naar je trommelvliezen. Die gaan ook trillen en zo hoor je geluid.

Als de buis lang is, duurt het lang voor de trillingen van de opening naar het einde van de buis bewegen en terug. Dat zorgt ervoor dat de lucht in de buis traag trilt. En daardoor hoor je een lage toon. Als de buis korter is, duurt een trip heen-en-terug niet zo lang. De lucht trilt sneller, waardoor je een hoge toon hoort.

Buizenpiano 1

Educatief materiaal (LO)

Toonhoogte is één aspect van geluid. Wil je met jouw klas dieper ingaan op de aspecten van geluid? In het project Stemmige sterren’ zit een leerlijn over geluid over de 3 graden van het lager onderwijs heen. Neem een kijkje op www​.brightbib​.be.

PUUR Buizenpiano 4
Panfluit 2

Buizen met verschillende lengtes bij een panfluit

Ook een panfluit bestaat uit een hoop buisjes met verschillende lengtes. Blaas je op de lange buisjes? Dan krijg je een lage toon. En blaas je op de korte buisjes? Dan krijg je een hoge toon.

Buis met verschillende lengtes bij een blokfluit

Laat je de gaatjes van je blokfluit open? Dan kan de lucht al ontsnappen aan het eerste open gaatje. De buis is dan kort’. Dat zorgt voor een hoge toon. Doe je de gaatjes in de blokfluit dicht met je vingers? Dan maak je de buis langer’ en krijg je een lagere toon.

Blokfluit 2