Hoor jij de echo van jouw stem sneller in de korte buis (25 m) of in de lange buis (50 m)? Inderdaad, in de korte buis hoor je die sneller, dubbel zo snel zelfs!
Als je roept, maak je geluid. Dat geluid reist als golven door de buis helemaal naar het einde. Daar kaatst het terug en komt het weer naar je oren toe. Je hoort dan jouw stem, maar met vertraging. Dat noemen we de ‘echo’. In de korte buis ga je die echo sneller horen, omdat het geluid niet zo ver moet reizen. Het moet maar de helft van de afstand afleggen.
Je hoort enkel een echo als de afstand lang genoeg is. Als het geluid te snel terugkaatst, hoor je het (bijna) tegelijk met het geluid dat jij maakte. Daarom hoor je bijvoorbeeld geen echo bij ondiepe putten, maar wel bij heel diepe putten.
Echo’s om in een lichaam te kijken
Hoe kan je naar een baby kijken die nog in mama’s buik zit? Dat kan met echo’s.
De dokter stuurt geluidsgolven — die je niet kan horen — door het lichaam van de mama (en de baby). Daar komen de golven verschillende weefsels van het lichaam tegen. Die kaatsen de geluidsgolven terug. Een computer zet die echo’s dan om in videobeelden.
Deze techniek noemen we ‘echografie’. Je kan er trouwens niet alleen mee naar baby’s kijken, maar ook naar je hart, blaas, nieren, bloedvaten,…