Lenzenbank

Zet je hoofd op een groene kinsteun aan de lange tafel en klap eens alle lenzen weg. Zie je het gezicht aan de andere kant van de tafel? Dat weerkaatst nu het licht. Die weerkaatste lichtstralen vallen op je ogen en daardoor kan je het zien. Precies zoals het is. Normaal gaan die lichtstralen gewoon rechtdoor. Maar lenzen brengen daar verandering in. Ze kunnen namelijk de richting van lichtstralen veranderen.

Op deze tafel staan alleen bolle lenzen. Een bolle lens is dikker in het midden dan aan de randen. Lichtstralen die door zo’n lens gaan, gaan naar elkaar toe. Ze snijden elkaar in 1 punt. Dat heet het brandpunt’. Hoe boller de lens, hoe dichter het brandpunt bij de lens is. Een bolle lens kan beelden vergroten, verkleinen en op zijn kop zetten.

Er bestaan ook holle lenzen. Die zijn dikker aan de randen dan in het midden. Lichtstralen die door een holle lens gaan, gaan van elkaar weg. Een holle lens kan beelden verkleinen.

PUUR Lenzenbank 3
Lenzen 2

Lenzen in je ogen

Lenzen gebruik je elke dag. Zelfs op dit moment! In onze ogen zit namelijk een bolle lens. Heb je gezonde ogen? Dan valt het brandpunt precies op het netvlies als je naar iets kijkt. Daardoor zie je scherp.

Er is alleen iets geks. Je kan zowel naar iets kijken dat dichtbij staat als naar iets dat ver weg is… en toch zie je het altijd haarfijn! Dat komt omdat onze ooglens best speciaal is. Hij kan zichzelf platter of boller maken. Zo past het aan waar het brandpunt valt en maakt hij het scherp.

Als je bijziend of verziend bent, past je lens zich niet meer goed aan. Dan hebben je ogen wat hulp nodig van een bril of contactlenzen.

Oog